Kleurmodellen, van additief tot subtractief

Kom je als niet-graficus soms in contact met gepassioneerde grafisch ontwerpers of desktop publishers? Dan vliegen je al snel technische vaktermen om de oren die onbekend of niet helemaal duidelijk zijn. Geen ideaal recept voor een vlotte communicatie. Daarom laat Sirius Graphics je in deze reeks ‘Grafische begrippen voor niet-grafici’ graag kennis maken met enkele essentiële grafische begrippen. Veel leesplezier!

 

Kleur is geen zwart-wit verhaal

Kleur is iets wat ons bij Sirius Graphics dagelijks bezighoudt. Kleuren voor print, kleuren voor digitale displays en de overeenkomsten en verschillen tussen deze twee. De karakteristieken van verschillende kleurmodellen zijn hierbij van belang. Kleurmodellen zijn systemen waarbij verschillende primaire kleuren op een specifieke manier worden gecombineerd en gestructureerd, om zo een uitgebreid pallet aan kleuren te bekomen. In het hele kleurspectrum kan men spreken van drie grote onderverdelingen: additieve kleurmodellen, subtractieve kleurmodellen en Spot Color-systemen.

Additieve kleurmodellen

In additieve kleurmodellen worden enkele basiskleuren als het ware ‘opgeteld’ om een reeks, ook wel spectrum genoemd, aan nieuwe kleuren te bekomen (Wikipedia). Het RGB-kleurenmodel is bijvoorbeeld een additief kleurenmodel, waarbij Red, Green en Blue samengevoegd worden om een breed kleurenspectrum te bekomen. Het samenvoegen van kleuren wordt bij RGB bereikt door middel van lichtstralen. Wordt geen licht uitgezonden, dan wordt zwart weergegeven. Wordt zowel voor rood, groen als blauw een maximum aan licht uitgezonden, dan wordt wit weergegeven. Door een combinatie van slechts 2 kleuren uit te zenden, of door een percentage van één of meerdere kleuren uit te zenden, kunnen duizenden verschillende kleuren en tinten worden gevormd.

Het RGB-kleurmodel wordt ondermeer gebruikt voor digitale displays: TV-schermen, computermonitoren, smartphones enzovoort. Voor drukwerk is dit model compleet ongeschikt, daarvoor wordt geen additief maar een subtractief kleurmodel gebruikt.

 

 

Subtractieve kleurmodellen

Bij subtractieve kleurmodellen wordt wit licht geabsorbeerd door een of meerdere primaire kleuren (Wikipedia). Het CMYK-model is een subtractief kleurenmodel en wordt ondermeer gebruikt voor drukwerk op papier. CMYK staat voor Cyan, Magenta, Yellow en Key waarbij Key naar de belangrijkste 4e basiskleur verwijst. Bijna altijd zal dit zwart zijn, hoewel geen absolute vereiste. CMYK wordt daarom door vele grafici gebruikt als afkorting van Cyaan, Magenta, Geel en Zwart. Strikt genomen niet helemaal correct. Maar wel handig en vlotter in de dagdagelijkse communicatie met klanten en collega’s.

Halftoning

Bij halftoning worden minuscule kleurenbolletjes in de vier CMYK-kleuren (cyaan, magenta, geel en zwart) volgens een vast raster over en langs elkaar geprint. Op voldoende kijkafstand wordt door het menselijke oog een egaal kleurvlak ervaren. Door de bolletjes individueel van grootte te laten verschillen kunnen erg veel kleurtonen of kleurtinten gevormd worden. Kijk je met het blote oog of met een vergrootglas naar bv. een krant, dan kan je duidelijk de individuele kleurenbolletjes van halftoning zien.

Duotone

Bij duotone bedrukking bestaat een beeld niet uit vier maar uit ‘slechts’ twee kleuren, welke vrij te kiezen zijn. Net zoals halftone wordt elke kleur gedrukt in bolletjes die onderling kunnen variëren in grootte. In tegenstelling tot Halftoning oogt het resultaat bij Duotone eerder artistiek dan waarheidsgetrouw. Bovendien is het resultaat meestal ook minder contrastrijk, afhankelijk van de gebruikte kleuren. Een voorbeeld van een Duotone is de combinatie van zwarte en gele dots, gebruikt om Sepia te verkrijgen.

Greyscale en monochromatisch beeld

Greyscale is een kleurensysteem waarbij elk beeldpunt of pixel bestaat uit een specifiek percentage (grijswaarde) van zwart, de hoofdkleur. Een greyscale-afbeelding is een perfect voorbeeld van een monochromatisch beeld, een beeld dat bestaat uit slechts één primaire kleur. Een monochromatisch beeld kan bestaan uit elke denkbare primaire kleur, waarbij geen combinatie met een andere kleur gemaakt wordt.

Lab

Lab is in tegenstelling tot de hierboven besproken kleurmodellen afgestemd op het menselijk oog en niet op apparaten of fysieke dragers. Bijgevolg wordt het meestal enkel theoretisch toegepast. De ‘L‘ staat voor lightness, de ‘A‘ voor rood naar groen en de ‘B‘ voor blauw naar geel. Dit kleurmodel heeft een groter kleurenbereik en kan worden gebruikt om RGB-waarden naar CMYK om te zetten, of omgekeerd.

Spot Color-systemen

Het CMYK-kleurenmodel is ruim toepasbaar maar kan beperkt zijn in intensiteit. Zo is oranje op basis van CMYK een moeilijk te drukken kleur. Oranje bestaat theoretisch uit geel en magenta. Bij mengen van beide inkten zal het resultaat in praktijk eerder bruinachtig tonen dan het frisse en heldere oranje dat gewenst was. Als alternatief voor deze en andere moeilijker te drukken kleuren wordt soms gebruikgemaakt van ‘spot’ kleuren. Spot kleuren worden door een inktfabrikant of drukker samengesteld op basis van verschillende basiskleuren, welke fysiek worden gemend tot één nieuwe kleur ontstaat. De kleurintensiteit van Spot kleuren kan veel groter zijn dan CMYK waardoor ook fluo en metallic-kleuren mogelijk zijn. Heeft je bedrijf een brand of logo waarbij één kleur zeer herkenbaar moet zijn (denk aan Coca-Cola, Orange, …) dan kan deze kleur naar een Spotkleur worden omgezet.

Omdat iedereen vrij is eigen spotkleuren te ontwikkelen werden door verschillende bedrijven en organisaties wereldwijde industriestandaarden opgesteld. Zo wordt in het Verre Oosten veel gebruik gemaakt van TOYO en DIC als standaard. In Europa en de VS wordt Pantone als voornaamste kleurenleverancier aanzien.

Pantone Matching System (PMS)

Pantone speelt een belangrijke rol binnen de grafische wereld. Het bedrijf heeft een systeem ontwikkeld waarbij aan elke individuele kleur een specifiek volgnummer wordt toegewezen. Het heldere oranje waarvan eerder sprake? Dit werd door Pantone als PMS 151 vastgelegd en daardoor wereldwijd (h)erkend. Zelf inkten mengen of op basis van CMYK samenstellen is voor je drukker of grafisch vormgever niet meer noodzakelijk. Kleuren uit het Pantone systeem kunnen door bijna elke inktfabrikant worden geleverd, klaar voor gebruik. Zoals eerder omschreven worden spotkleuren zoals Pantone vaak gebruikt als extra steunkleur binnen een CMYK-workflow. Als oplossing om moeilijk te drukken kleuren en specifieke brand colours zo correct mogelijk te kunnen bedrukken.

Voor de trendwatchers en liefhebbers kiest Pantone jaarlijks een “Kleur van het jaar”. In 2019 is de keuze gevallen op het zogenaamde “Living Coral” (PMS 16-1546).

 

 

Loop je rood aan of trek je wit weg als een drukker of grafisch vormgever met kleuren goochelt? Wordt je groen van jaloezie op hun vakkennis of laat het je allemaal blauw-blauw? Onze grafische specialisten maken het graag helder voor je. Aarzel niet ons te contacteren, we zitten graag met je samen bij een koffie. PMS 154 of gewoon zwart.